Afgelopen zomer werd Nederland in de ban gehouden door twee grote sportevenementen: het Europees kampioenschap voetbal en de Olympische Spelen. Het land zat aan de buis gekluisterd. Miljoenen mensen volgden met enthousiasme en bewondering de prestaties van onze topsporters. Of het nu ging om historische medailles in Parijs of spannende wedstrijden tijdens het EK, we hebben massaal gekeken.
Zo keken 6,9 miljoen Nederlanders live naar Nederland-Engeland. En nog eens bijna 1,5 miljoen Nederlanders keken uitgesteld. Dit zijn 8,4 miljoen Nederlanders! De Olympische Spelen scoren ook een miljoenenpubliek. 12,2 miljoen Nederlanders hebben bij de NOS gekeken. Dat is 73,7% van de Nederlandse bevolking!
Maar terwijl de zomerse sportvibes en overwinningen nog voelbaar zijn, wordt een kille realiteit zichtbaar: de financiering voor topsport in Nederland staat onder druk. Terwijl we met z’n allen hebben gezien hoe sport ons land verbindt en een nieuwe generatie inspireert, wordt er in Den Haag gesproken over bezuinigingen op topsport en een btw-verhoging op sport. Hoe rijmt dit met het massale enthousiasme?
We leven in een democratie, en in theorie zou de stem van het volk zwaarder moeten wegen dan welke beleidsmaatregel dan ook. Als we de kijkcijfers van het EK en de Olympische Spelen beschouwen als een publiek referendum, lijkt de uitslag overduidelijk: Nederland houdt van topsport. Het massale enthousiasme dat de sportzomer teweegbracht, bewijst dat sport niet alleen amusement is, maar een essentieel onderdeel van onze nationale identiteit. Hoe valt dit enthousiasme te rijmen met het besluit om te snijden in de financiering van topsport? De overheid lijkt zich in toenemende mate af te keren van sport als prioriteit, terwijl tegelijkertijd de maatschappelijke waarde ervan duidelijker is dan ooit. Natuurlijk, in tijden van budgettaire krapte moet er ergens bezuinigd worden. Maar waarom juist op topsport? Is het geen investering in de toekomst, in gezondheid en in nationale trots? Topsport gaat niet alleen over gouden medailles. Het gaat over het tonen van wat mogelijk is met doorzettingsvermogen, discipline en samenwerking. Precies díe waarden waar we als samenleving de vruchten van plukken, ver voorbij het podium.
Het is hoog tijd dat we ons niet alleen laten leiden door economische argumenten, maar ook door wat er leeft onder de bevolking. Kijkcijfers en massale betrokkenheid tijdens grote sportevenementen moeten politici aan het denken zetten. Topsport is een belangrijk maatschappelijk bindmiddel en verdient onze steun. Nederland heeft een lange en trotse sporttraditie. Die moeten we koesteren, niet bezuinigen.
De roep om behoud van financiering voor topsport is geen schreeuw vanuit luxe, maar vooral een stem uit de samenleving. Laten we hopen dat de politiek die hoort – net zoals wij afgelopen zomer onze sporters luid en duidelijk hebben toegejuicht.