ABN AMRO tot en met 2028 hoofdsponsor Ajax Vrouwen

ABN AMRO en Ajax hebben hun langlopende samenwerking verlengd. ABN AMRO blijft minimaal tot en met 2028 hoofdsponsor van Ajax Vrouwen. Dat hoofdsponsorschap loopt sinds 2015; bij de ingang van de nieuwe overeenkomst op 1 juli 2025 is ABN AMRO tien jaar hoofdsponsor van Ajax Vrouwen. De bank, al ruim dertig jaar op diverse manieren als partner aan Ajax verbonden, blijft tevens maatschappelijk partner.

Op de foto, van links naar rechts: Cas Biesta, Marco Moers, Sander Bestevaar, Chantal Korteweg, Menno Geelen

Cas Biesta, commercieel directeur bij Ajax: “Vorig seizoen speelden we in de kwartfinale van de UEFA Women’s Champions League voor bijna 36.000 fans in de Johan Cruijff ArenA. Een bezoekersrecord voor een vrouwenwedstrijd in Nederland. Het geeft aan hoe de belangstelling groeiende is, en welke stappen er zijn gezet in de ontwikkeling van het vrouwenvoetbal. We zijn dankbaar voor de rol die ABN AMRO hierin heeft gespeeld, alsmede voor deze verlenging. Hun bijdrage aan de ontwikkeling van Ajax Vrouwen in de afgelopen 10 jaar is evident maar deze verlenging toont ook aan dat we allebei nog veel meer ambitie hebben naar de nabije toekomst toe. ”

Sander Bestevaar, hoofd partnerships, events & foundation bij ABN AMRO: “Toen we in 2015 als hoofdsponsor van Ajax Vrouwen onze langlopende samenwerking met Ajax een vervolg gaven, hadden we een heldere ambitie voor ogen. Het begon met die ambitie, en het groeide in 10 jaar uit tot een voorbeeldverhaal voor gelijke kansen. Het begon met één vrouwenelftal, en het is uitgegroeid tot een professionele organisatie in alle facetten. We hebben met bezieling bijgedragen aan de faciliteiten voor Ajax Vrouwen op de Toekomst en de investeringen in de jaarlijks groeiende jeugdopleiding van de meiden. Maar de ambitie blijft onverminderd groot en wij kijken voorruit naar de nieuwe periode waarin wij samen met Ajax nog meer zullen inzetten op de ontwikkeling van het vrouwenvoetbal en het wegnemen van barrières. Wat dat betreft zijn we nog maar net begonnen.”