Sponsorinkomsten VNPF poppodia stabiel

De bij de VNPF aangesloten poppodia hebben afgelopen jaar 2% aan sponsorinkomsten gegenereerd, ongeveer 2,5 miljoen euro. Dat is ongeveer hetzelfde percentage als een jaar eerder. In totaal realiseerden de podia in 2016 een gezamenlijke omzet van 139,8 miljoen euro.

Dat blijkt uit de publicatie Poppodia en -Festivals in Cijfers 2016 van de VNPF. Aangetekend moet worden dat de Ziggo Dome en Afas Live niet zijn meegerekend in de sponsorinkomsten aangezien zij geen lid zijn van de VNPF.

De eigen inkomsten van de podia bedroegen 72,5%, onderverdeeld in 35% door kaartverkoop, 25% horeca, 2% besloten verhuur, 2% sponsoring en 9% overige inkomsten.
Hoe groter het podium hoe groter het aandeel inkomsten uit kaartverkoop. Dit komt doordat grotere zalen meer bekende artiesten programmeren en meer publiek trekken. Kleinere podia programmeren meer regionale en lokale artiesten met een lagere entreeprijs.

Om alle activiteiten mogelijk te maken droegen overheden en fondsen bij door middel van subsidies (27,5% van de totale inkomsten). Van deze subsidies was 97% afkomstig van de gemeenten, voornamelijk bedoeld voor de huisvesting en exploitatie. Grote podia ontvangen vaak grotere bedragen subsidie, maar hoe kleiner het podium hoe groter het aandeel subsidie is op de totale inkomsten.

Gemiddeld gaf het publiek 15,98 euro per betalend bezoek uit aan entreegeld. De gemiddelde horecaomzet per bezoek bedroeg 9,51 euro.

Festivals

De 44 VNPF popfestivals telden in 2016 bijna 2,5 miljoen bezoeken. Hierbij werd bijna 650.000 keer entree betaald en waren er ruim 1,9 miljoen gratis bezoeken. De festivals hadden een gezamenlijke omzet van ruim 140 miljoen euro, waarvan 72% werd gegenereerd door de festivals met entreeprijs. Bij gratis toegankelijke festivals komt gemiddeld 86% van de inkomsten door publiek. Bij festivals met entreeprijs is dit zelfs 93%.