De Madrileense club wordt gevolgd door FC Barcelona dat een waarde van € 2,869 miljard vertegenwoordigt. De club zag zijn waarde met 10% dalen. Manchester United bezet de derde positie met een bedrag van € 2,661 miljard een verlies van maar liefst 20%. Dit blijkt uit de jaarlijkse Football Clubs’ Valuation van KPMG’s Football Benchmark, een analyse van de ondernemingswaarde van de 32 belangrijkste clubs in Europa. De totale waarde van de clubs daalde met 15% tot € 33,6 miljard. Ajax bezet op de ranglijst een 21e positie met een waarde van € 418 miljoen. Ajax had met een afname van maar 3% de minste waardedaling van de 32 clubs. De oorzaak ligt volgens KPMG met name in de gunstige transferbeleid van de club. De inkomsten uit uitzendingen en wedstrijddagen werden het meest beïnvloed door de pandemie, terwijl de commerciële inkomsten licht stegen, voornamelijk dankzij overeenkomsten die werden ondertekend vóór het begin van de gezondheidscrisis. Slechts zeven van de 32 beste clubs rapporteerden een nettowinst, vergeleken met 20 winstgevende clubs een jaar eerder.
De daling van de waarde van de clubs is vooral een gevolg van lagere bedrijfsopbrengsten en de afname van de winstgevendheid. De inkomsten uit televisierechten en thuiswedstrijden hadden het meeste last van de pandemie. De 32 clubs zagen de inkomsten uit televisie-uitzendingen en uit het spelen van thuiswedstrijden beide met 19% afnemen, terwijl de commerciële inkomsten uit sponsoring en merchandising licht stegen. Een verklaring hiervoor is dat dit soort overeenkomsten al vóór het begin van de coronacrisis zijn afgesloten. Niet meer dan 7 van de 32 clubs zagen hun nettowinst toenemen. Een jaar eerder waren dit nog 20 clubs. “De top 10 deed het qua financiële prestatie duidelijk beter dan de andere 22 clubs”, zegt Paul Adriani van KPMG’s Sports Advisory Practice. Adriani: “Het afgelopen seizoen was de top 10 goed voor bijna 60% van de totale inkomsten van alle 32 clubs, zo’n € 9,6 miljard. En voor slechts een derde van het totale nettoverlies van € 1,6 miljard van de 32 clubs. Het is een bewijs van het feit dat het operationele model van de echte topclubs aanzienlijk verandert vergeleken met de andere Europese voetbalclubs. De belangen tussen de top en de rest beginnen ook uit elkaar te lopen en het verklaart ook de poging van de clubs om een afgescheiden Europese Super League te creëren.”
