De 33 popfestivals die zijn aangesloten bij de Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals (VNPF) hebben in 2015 5,7 miljoen euro (8,7%) uit sponsoring gehaald. Dat blijkt uit de nieuwste publicatie over de cijfers van festivals en poppodia van de VNPF.
.Er zijn grote verschillen tussen de gratis festivals en entreeheffende festivals. Gratis festivals hebben vanzelfsprekend geen inkomsten uit kaartverkoop en halen een groter aandeel inkomsten uit horeca (26%), subsidie (14%) en sponsoring (20%). Sponsoring is daarbij goed voor 1,8 miljoen euro. Bij festivals met een entreeprijs bedroegen de sponsorinkomsten 7%, ongeveer 3,9 miljoen euro. Festivals met entreeprijs realiseerden naast sponsoring en hun omzet uit kaartverkoop (55%) ook inkomsten uit horeca (16%), subsidie (3%) en overige inkomsten (19%).
Bijna de helft (45%) van de festivals was gratis toegankelijk, zoals alle bevrijdingsfestivals en Parkpop. De 33 popfestivals telden ruim 1,4 miljoen bezoeken. Hierbij werd meer dan 450.000 keer entree betaald en waren er ruim 950.000 gratis bezoeken. De popfestivals hadden een gezamenlijke omzet van ruim 65 miljoen euro, waarvan 86% werd gegenereerd door de festivals met entreeprijs.
51 poppodia die zijn aangesloten bij de Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals (VNPF) genereerden in 2015 voor 69% eigen inkomsten, waarvan 2% uit sponsoring, oftewel 2,5 miljoen euro. Dat is gemiddeld 50.000 euro per podium. Het percentage is hetzelfde als voorgaande jaren. De poppodia realiseerden vorig jaar in totaal een gezamenlijke omzet van 129,2 miljoen euro.
Behalve uit sponsoring bestaan de eigen inkomsten uit kaartverkoop (34%), horeca (24%), besloten verhuur (3%) en overige inkomsten (6%). Van de 31% inkomsten uit subsidies was 97% afkomstig van de gemeenten, voornamelijk bedoeld voor de huisvesting en exploitatie. De 51 poppodia organiseerden samen 13.417 activiteiten in 2015.