Grand Départ in cijfers

Op 4 juli start de Tour de France in Utrecht. Sponsorreport maakt alvast het eerste financiële klassement op met de euro's en de cijfers achter de komma van de Grand Départ.

De werkbegroting voor de Grand Départ van de Tour de France in Utrecht is inmiddels 15,4 miljoen euro. De private bijdragen aan de Grand Départ zijn gestegen naar 6,85 miljoen euro. Dat blijkt uit de laatste kwartaalrapportage van de Tour-start in Utrecht. Daarmee is de ambitie van 6,8 miljoen uit de oorspronkelijke dekking gehaald.
Afgelopen periode sloten onder andere Stedin, Vitens, JC Deceaux en Heineken zich aan bij de partners van de Grand Départ. Inmiddels heeft men 33 partners.

De gemeente Utrecht draagt zes miljoen euro bij aan de tourstart. Verder heeft het ministerie van VWS definitief de subsidieaanvraag van 2,25 miljoen euro gehonoreerd. De provincie Utrecht draagt 100.000 euro bij. De commerciële inkomsten (met name hospitality-pakketten) verloopt volgens de rapportage voorspoedig en levert waarschijnlijk zo’n 400.000 euro op. De publieke en private bijdragen en de commerciële inkomsten van 15,4 miljoen euro zorgen voor een sluitende dekking van de begrootte kosten van 15,4 miljoen.

Kosten en baten

De grootste uitgavepost voor de Stichting is de fee die aan het organiserende ASO moet betaald om de tourstart te mogen houden, namelijk 4 miljoen euro. De kosten voor het parcours zijn inmiddels ook opgelopen tot bijna 4 miljoen euro.

Kosten
Fee ASO: 4,0 miljoen
Parcours, Techniek, Veiligheid, Mobiliteit: 3,9 miljoen
Organisatiekosten: 2,7 miljoen
Marketing, communicatie en relatiebeheer: 2,4 miljoen
Activatieprogramma: 1,9 miljoen
Overige kosten: 0,5 miljoen
Totaal 15,4 miljoen

Dekking
Gemeentelijke bijdrage: 5,0 miljoen
Te labelen programmageld: 1,0 miljoen
Bijdragen publieke partners: 2,3 miljoen
Commerciële opbrengsten: 0,2 miljoen
Private bijdragen: 6,8 miljoen
Totaal 15,4 miljoen

Economische opbrengst 34 miljoen

De lokale bestedingsimpuls bij de komende tourstart bedraagt naar verwachting 34 miljoen euro, zo heeft het Economisch Bureau van ING berekend. Het geld is afkomstig van de overheid, sponsors, tourorganisatie, journalisten en wielerploegen. Vooral de horeca profiteert, maar ook winkels en vervoersbedrijven boeren goed, volgens ING.

Uit het onderzoek van ING blijkt dat de grootste bron van inkomsten voor de lokale economie de uitgaven van de bezoekers vormen. Deze week worden ongeveer 900.000 wielerfans in Utrecht verwacht. Naar verwachting komen de extra dagbestedingen van bezoekers over de 5 dagen dat de belangrijkste festiviteiten plaatsvinden op 17,5 miljoen euro uit. Met name de plaatselijke horeca en detailhandel profiteren van deze extra uitgaven. Bijna 50% van deze uitgaven gaat op aan eten en drinken in cafés en restaurants. Winkeluitgaven zijn goed voor bijna 20% van de uitgaven. Overnachtingen, merchandise en vervoer ieder voor ongeveer 10%. Uitgaven aan overnachtingen bedragen 2 miljoen euro.

Andere inkomstenbronnen zijn sponsorinkomsten, hospitality-pakketten en merchandise-artikelen. De ambitie van de organisatie om 6,8 miljoen euro uit private bijdragen te halen is, zoals hierboven uit de kwartaalrapportage blijkt, gehaald. De Tourstart heeft inmiddels 33 partners en een meer dan 100 leden tellende Business Peloton Utrecht.

Per saldo komen de extra bestedingen van bezoekers, media, ploegen en tourorganisatie (ASO) op 22,3 miljoen euro uit. Met daar bovenop de extra bestedingen vanuit de overheid en de ASO-fee daarvan afgetrokken komt de totaal verwachte bestedingsimpuls van de Grand Départ aan Utrecht op 33,7 miljoen uit, rekent ING uit.

Neeltje Jans

Op 5 juli finisht de Tour op Neeltje Jans. De kosten voor de Zeeuwen liggen een stuk lager dan die in Utrecht. De totale begroting van de finish van de tweede etappe ligt inmiddels iets boven de 1 miljoen euro. De Provincie Zeeland betaalt daarvan 320.000 euro (overigens veel meer dan de van te voren ingeschatte 70.000 euro), het bedrijfsleven 640.000 euro en VWS 250.000 euro. Een half miljoen euro gaat naar de organisator van de Tour de France, de ASO. Volgens diezelfde ASO levert een gemiddelde touraankomst 1 miljoen euro op die wordt uitgegeven door bezoekers, organisatie en sponsors.