Ajax heeft het afgelopen seizoen de vruchten geplukt van de nieuwe sleutel die de UEFA sinds het seizoen 2018/2019 hanteert voor de verdeling van de inkomsten uit de verkoop van televisierechten. De Amsterdamse club ontving vorig seizoen een bedrag van € 78 miljoen door deelname aan de Champions League, waarmee de totale inkomsten uit de verkoop van televisierechten uitkomen op een bedrag van € 88,5 miljoen.
Een jaar eerder incasseerde Ajax € 12,5 miljoen aan televisierechten. De forse stijging zorgde er mede voor dat de club vorig seizoen ruim € 199 miljoen aan inkomsten wist te realiseren, een toename van 117% ten opzichte van het seizoen 2017/2018. Als gevolg van het bereiken van de halve finale van de Champions League namen ook de inkomsten van het stadionbezoek fors toe, met bijna 60% tot € 53,2 miljoen. De commerciële inkomsten van Ajax bedroegen vorig jaar € 57,71 miljoen.
Dit blijkt uit KPMG’s Football Benchmark 2020 naar de financiële prestaties van de kampioenen van de acht belangrijkste Europese competities in het afgelopen seizoen, AFC Ajax, FC Barcelona, FC Bayern München, Galatasaray SK, Juventus FC, Manchester City FC, Paris Saint-Germain FC en SL Benfica.
“Het is nog niet eerder voorgekomen dat de opbrengsten uit de verkoop van de uitzendrechten van de Champions League wedstrijden de belangrijkste bron van inkomsten vormen bij zeven van de acht landskampioenen”, zegt Paul Adriani van KPMG’s Sports Analytics Practice. Adriani: "De nieuwe, driejarige, verdeelsleutel garandeert de landskampioenen jaarlijks gezamenlijk € 1,9 miljard, € 564 miljoen meer dan de vorige regeling en vormt de belangrijkste bron van groei voor de acht kampioenen. FC Bayern München bijvoorbeeld ontving vorig seizoen meer inkomsten van de UEFA dan een jaar eerder, ondanks het feit dat de club door een vroegtijdige uitschakeling minder wedstrijden speelde in de Champions League. En Manchester City FC kreeg zo’n € 35 miljoen meer van de UEFA uitgekeerd, terwijl het team in de Champions League net zo ver kwam als een jaar eerder. Alleen bij Juventus waren de commerciële inkomsten (sponsoring en merchandising) hoger dan de inkomsten uit televierechten. Dit was vooral een gevolg van de komst van Cristiano Ronaldo.”
Nu het geld van de UEFA zo belangrijk wordt voor het inkomen van de clubs is het volgens Adriani de vraag hoe het verder zal gaan met het topvoetbal in Europa, hoe het vermogen van de clubs zich verder ontwikkelt en wat dit betekent voor de onderlinge concurrentie. Adriani: ”Bij vijf van de acht onderzochte landskampioenen vormen de televisie-inkomsten immers de belangrijkste bron van inkomsten, terwijl dit een seizoen eerder bij slechts twee clubs het geval was. Bij slechts drie clubs, FC Barcelona, FC Bayern München en Paris Saint-Germain FC, voerden de commerciële inkomsten uit merchandising en sponsoring de boventoon, terwijl dit in het seizoen 2017/2018 bij zes clubs het geval was. De drie clubs wisten door sponsoring en merchandising ieder ruim € 300 miljoen te vergaren. Dat betekent dat deze clubs door dit soort inkomsten en de opbrengsten uit TV-rechten jaarlijks heel veel geld incasseren. De nu al gefortuneerde clubs worden dus steeds rijker en het gat met de kleinere clubs alleen maar groter.”
Vorig seizoen zagen vier clubs de uitgaven aan salarissen toenemen vergeleken met de totale kosten van de bedrijfsvoering licht toenemen. Adriani: “Vier clubs zagen de verhouding tussen de kosten van de staf en de omzet stijgen. Geen van deze clubs overschreed echter de door de UEFA vastgestelde drempel dat de salarissen niet meer dan 70% van de totale kosten mogen uitmaken. Alleen Juventus haalt met 71% de UEFA-drempel niet. En hoewel FC Barcelona nog altijd voorop loopt als het gaat om hoge spelerssalarissen, slaagde de club erin om de verhouding terug te brengen van 81% tot 69%. Van de acht onderzochte clubs is de ratio tussen spelerssalarissen en omzet van Ajax met 46% veruit het laagst.”
Download hier het hele rapport.