Het NOS Sportjournaal heeft deze week na afloop van de samenvatting van de EK-wedstrijd van de Nederlandse handbaldames twee keer alle sponsors op het shirt van de handbalsters onzichtbaar gemaakt. Chris Woerts en Marcel Beerthuizen reageren verbaasd op de gang van zaken. Specialist op het gebied van intellectueel eigendom Sven Klos juicht het toe als de discussie hierover eindelijk gevoerd gaat worden.
Op de foto van Laura van der Heijden die getoond werd bij het NOS Sportjournaal waren op het shirt en de broek het logo van hoofdsponsor Cocoa from Ghana en van de sponsors NH Hotels, Red Rag en Haardhout verwijdert. Joost Bellaart, die Cocoa from Ghana en het Handbalverbond met elkaar in contact bracht, heeft de NOS om opheldering gevraagd. Daar zou men excuses gemaakt hebben voor het voorval. Daarmee is voor Bellaart de kou uit de wereld.
Toch blijft het een bijzonder voorval. Volgens Chris Woerts van CWO Consultancy is het pure willekeur van de NOS waar volgens hem het laatste woord nog niet over gezegd zal zijn. "De woede bij de bond en de sponsors kan ik me goed voorstellen. Het is manipuleren van beeld en dat mag helemaal niet. De uiting op het shirt is schat ik in ook niet in strijd met de mediawet, het voldoet aan alle regels, dus het is een raadsel waarom de tekst in de foto is afgeplakt."
De woede bij de bond en de sponsors kan ik me goed voorstellen
Woerts kan zich niet voorstellen dat dit bij een voetballer zou zijn gebeurd. "Ik heb dit bij voetbal nog nooit gezien. Stel je voor dat bij interviews van speler Ajax of Feyenoord een logo wordt afgeplakt, dan is de wereld echt te klein.” Woerts is dan ook benieuwd naar de uitleg van de NOS waarom dit hier wel is gebeurd."
Specialist op het gebied van intellectueel eigendom Sven Klos juicht het toe als de discussie hierover eindelijk gevoerd gaat worden. Hij ziet drie mogelijkheden om dit juridisch aan de orde te stellen, waarbij hij meeneemt dat een rechter ook in ogenschouw moet nemen dat een publieke omroep moet voldoen aan de Mediawet. Daar staat volgens Klos wel een aantal zaken tegenover. "Als je een kledingstuk met een bepaald ontwerp, en daar hoort ook bij hoe daar reclame op is aangebracht, zou verhandelen of verkopen, wordt dat aangeboden onder dat merk en mag je daar geen wijzigingen in aanbrengen. Met andere woorden: als je officiële Ajax-shirtjes inkoopt, mag je daar niet iets aan veranderen of de naam Ziggo afhalen als je ze weer verkoopt. Dat is een merkenrechtelijke kwestie. Dat geeft jou het recht om producten met jouw merk erop te verbieden als daar iets aan gewijzigd wordt door derden. Daar voel je dat de wetgever een soort van controle wil toekennen aan merken die een bepaald product in de markt zetten. Als je straks een wedstrijd van Ajax op televisie ziet waar het Ziggo-logo van het shirt is afgehaald, en met de nieuwste technologieën zou dat best kunnen, heb je eenzelfde situatie. Het shirt wordt geëxploiteerd en de sponsor wil zich juist met dat merk associëren. Die merken nemen elkaars uitstraling over. Als een derde partij dat gaat doorbreken kan ik mij voorstellen dat een rechter zal zeggen dat dat onrechtmatig is."
Ik zie de rechter nog niet automatisch zeggen dat de mediawet voorrang heeft
Volgens Klos biedt ook het auteursrecht een mogelijkheid. "De bescherming van het auteursrecht ligt in Nederland hoog”, weet Klos. "Ieder werk van vormgeving komt daar al snel voor in aanmerking. Ook een sportshirt zou daar onder kunnen vallen. Dat betekent dat je het wel mag tonen zonder toestemming, maar je mag het niet veranderen. Je mag niet aan het ontwerp komen.”Als derde denkt Klos dat men ook een beroep kan doen op het portretrecht. "Als sporter heb je portretrecht. Dat is niet oneindig, want je moet afgebeeld kunnen worden in de uitoefening van je sport. Maar je kunt als sporter wel zeggen dat je niet afgebeeld wilt worden in een situatie die niet overeenkomt met de werkelijkheid. Als atleet kun je persoonlijke sponsorcontracten hebben die essentieel zijn voor het hebben van een sportcarrière. Of je hebt een werkgever voor wie die sponsor belangrijk is en zonder die sponsoring kan ik niet mijn beroep uitoefenen. Dat zijn gronden waarom je niet afgebeeld wilt worden in een situatie die niet strookt met de werkelijkheid.”
Je kunt als sporter zeggen dat je niet afgebeeld wilt worden in een situatie die niet overeenkomt met de werkelijkheid
Klos: "De Publieke Omroep beroept zich in dit soort gevallen steeds op de mediawet en de reglementen die daarbij horen zijn ook allemaal erg strak. Maar die wet is niet to be all and end all. Dat betekent niet dat je ieders intellectueel eigendom maar naar believen kunt aanpassen of wegnemen. De NOS zou zelf tegen het Commissariaat voor de Media kunnen zeggen dat men beperkt is in het verwijderen van merken. Het Europees Verdrag heeft een Bill of Rights met daarin opgenomen de rechten van de Europese burger en dat heeft een artikel 17 dat je het genot van je intellectueel eigendom garandeert. Ik zie die rechter nog niet automatisch zeggen dat de mediawet voorrang heeft. Je kunt een parallel trekken met de naamgeving van venues of evenementen zoals het Holland Heineken House, Ziggo Dome of ABN AMRO Tennis Tournament, dat ook merken zijn geworden."
Klos ziet de gemanipuleerde afbeelding van de handbalster als onderdeel van een fundamentele discussie. "Heel algemeen: als de houder van een merk een bepaalde positie in de openbaarheid heeft verworven door grote investeringen te doen, mag verslaggeving die werkelijkheid dan geweld aandoen. Is de essentie van je merkgebruik nu juist niet dat je in de openbaarheid bent en er op mag rekenen dat je bij eerlijke verslaggeving ook in de openbaarheid komt. Die exposure is essentieel onderdeel van een sponsordeal. En als die exposure vermindert, word je rechtstreeks aangetast in je belang dat beschermt wordt door het merkrecht. Die discussie is zover ik weet nog nooit fundamenteel gevoerd. Er wordt te gemakkelijk gedacht door sponsors en sport- en evenementorganisaties dat het toch niet mag van de omroep. En omroeporganisaties gebruiken hun macht om de werkelijkheid op deze manier geweld aan te doen te snel en te lichtvaardig. Ook een moreel aspect komt hierbij altijd aan de orde denkt Klos. Je kunt wel degelijk de taak die de NOS heeft om sportbeoefening te ondersteunen door het uitzenden van sport erbij betrekken. Als dat ondermijnt wordt, ondermijn je ook de sportbeoefening op termijn."
Dit soort zaken wordt over het algemeen niet op de spits gedreven, constateert Klos. Daarbij kijkt hij ook naar het voetbal, waar de commerciële belangen enorm groot zijn en hier anders mee wordt omgegaan. "Ik zie de handbalbond hierover geen rechtszaak tegen de NOS beginnen. Maar men moet er niet te makkelijk van uitgaan dat je er niets aan kunt doen.”
Volgens Klos is het belangrijk dat je bij het sluiten van sponsorcontracten dit soort risico’s niet alleen benoemt, maar ook verdeelt. "Het is vervelend voor de bond of de club, maar natuurlijk ook voor de sponsor. Die zal tegen de rechtenhouder zeggen dat het hun probleem is. En je kunt je als rechtenhouder niet verschuilen achter het argument dat de NOS het niet doet. Ik zou als sponsor het risico bij de rechtenhouder leggen, zodanig dat daar actie wordt ondernomen als dit soort dingen gebeuren. Je zou zelfs kunnen voorstellen dat er collectief vanuit de sport een gesprek met de NOS wordt aangegaan. Zeker omdat het een beetje een ‘pick on the little guy’ is. Als er voetbal wordt uitgezonden lijken de normen anders en hangen we snel aan de lijn als er iets gebeurt. Dan is het met twee maten meten.”
De NOS moet beseffen dat sponsoring een wezenlijk onderdeel van het Nederlandse sportklimaat is
Ook Marcel Beerthuizen van bigplans is verbaasd over de gang van zaken. "De NOS hamert er altijd op dat zij het publieke belang dienen vanuit een journalistieke onafhankelijkheid. Juist nu het handbal volop in de belangstelling staat worden namen van de sponsors die ook een aandeel hebben in het succes weggevaagd. Daarbij lijkt er sprake te zijn van willekeur. De NOS moet beseffen dat sponsoring een wezenlijk onderdeel is van het Nederlandse sportklimaat. Als zijn zonder enige aanleiding gaan censureren, is de sport daar zeker niet mee gediend.”