Talpa Network wordt mediapartner van Alpe d'HuZes en zal op verschillende momenten via verschillende zenders aandacht besteden aan de sponsortocht en op radio en tv, en online een platform bieden voor de bijzondere en aangrijpende verhalen van de deelnemers.
Tijdens dit bijzondere event beklimmen duizenden Nederlanders in Frankrijk de beroemde bergtop Alpe d’Huez om geld in te zamelen voor KWF Kankerbestrijding. SBS6-presentator Jan Versteegh fietst mee en doet ter plaatse live verslag. Radio 10 presentatrice Evelien de Bruijn loopt de berg op en probeert voor het einde van de Ekdom in de Morgen-uitzending binnen te zijn.
Presentatrice Evelien de Bruijn geeft op 2 juni updates vanuit Frankrijk in verschillende uitzendingen op radio en tv, en Jan Versteegh brengt live-verslag tijdens de klim. Op de website en Facebook-pagina van Hart van Nederland is Alpe d'HuZes via een livestream te volgen, in samenwerking met regionale omroepen. In de week voorafgaand, van 23 mei, besteedt ook HLF8 aandacht aan de Alpe d’HuZes. Shownieuws maakt aan het einde van de dag bekend hoeveel donaties er zijn opgehaald door alle deelnemers.
Deelnemers noemen Alpe d’HuZes een unieke ervaring. Deelnemers dagen zich sportief uit, maar belangrijker nog: iedere deelnemer heeft een eigen motivatie om mee te doen. De saamhorigheid tijdens dit evenement is uitzonderlijk. Deelnemers noemen het ook wel een ‘life changing experience’.
Alpe d’HuZes is een jaarlijks fiets- en loopevenement voor KWF Kankerbestrijding dat op de beroemde Franse berg Alpe d’Huez plaatsvindt. Onder het motto ‘opgeven is geen optie’ fietsen of lopen duizenden deelnemers de Alpe d'Huez tot zes keer op en af. Ze doen dit alleen of samen met een team. Naast de sportieve activatie hebben de deelnemers ook de uitdaging om zoveel mogelijk sponsorgeld te verzamelen en daarmee een bijdrage te leveren aan onderzoek naar kanker. Sinds 2006 heeft Alpe d'HuZes meer dan 183 miljoen euro aan sponsorgelden opgehaald. De 15de editie kon vanwege COVID-19 in 2020 en 2021 geen doorgang vinden.
Fotocredits: Marco van Ammers