Philips en het Rijksmuseum hebben vandaag bekendgemaakt dat hun langjarige relatie met nog eens vijf jaar wordt verlengd.
Als onderdeel van de samenwerking zullen Philips en het Rijksmuseum de handen ineenslaan om gezamenlijk zinvolle innovaties en programma’s te ontwikkelen, die de verbinding tussen kunst en welzijn versterken en de algehele ervaring van de museumbezoekers verrijken. Na tien jaar verbouwen, restaureren en renoveren opende het Rijksmuseum in 2013 zijn deuren weer voor het publiek. In 80 zalen vertellen 8000 objecten het verhaal van 800 jaar Nederlandse kunst en geschiedenis, van de Middeleeuwen tot Mondriaan.
Als founder van het Rijksmuseum is Philips nauw betrokken geweest bij de verbouwing en herinrichting van het museum. Het Rijksmuseum en de kunstwerken die het herbergt worden verlicht door LED-verlichting van Philips die specifiek is ontworpen om de ervaring van bezoekers te verrijken. In combinatie met andere Philips-technologieën ondersteunt de verlichting ook het behoud van de kunst. Met een totaaloppervlak van 9.500 vierkante meter is het museum één van de grootste tentoonstellingsruimtes ooit die volledig met LED-lichtbronnen wordt verlicht.
"Dit jaar vieren we de vernieuwing van onze samenwerking met het Rijksmuseum, die al vele jaren teruggaat”, aldus Frans van Houten, CEO van Philips. "Het verheugt me dat we blijven werken aan onze gezamenlijke missie: een positieve invloed uitoefenen op het leven van mensen door de combinatie van technologie, mensgericht ontwerp en onze culturele geschiedenis.”
"Ik ben buitengewoon trots en verheugd dat we na 15‘verlichte’ jaren de goede samenwerking met onze founder Philips voortzetten”,zegt Wim Pijbes, algemeen directeur van het Rijksmuseum. "Het behoud van het Nederlandse culturele erfgoed is onderdeel van ons gezamenlijke doel. Daarbij willen we technologische innovaties van Philips op nieuwe manieren toepassen om de huidige en toekomstige generaties te raken en te inspireren met kunst. Ik kijk er naar uit om samen met Philips kunst bij te laten dragen aan het menselijk welzijn.”