Rabobank en de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (KNHB) hebben hun samenwerking met 10 jaar verlengd. Onderdeel van de samenwerking is de start van de Hockey Foundation, een maatschappelijk initiatief waarmee beide partijen hockey inclusiever en nóg toegankelijker willen maken. Doel is om de komende tien jaar 30 nieuwe hockeyclubs op te richten, zodat nog eens 10.000 kinderen in verenigingsverband kunnen sporten. Sponsorreport praat met Tom van Kuyk (Hoofd Sponsoring Rabobank) en Haro Valkenburg (Manager Commercie KNHB) over de ambities.
Met tien jaar verlengen is voor sponsorbegrippen een bijzondere termijn.
Tom van Kuyk: “In de voorbije jaren werd de verlenging met de hockeybond veelal gekoppeld aan de (sportieve) Olympische cyclus van vier jaar. Deze verlenging met tien jaar laat zien hoe belangrijk de bank het maatschappelijk aspect van de verlenging ziet. Uitgangspunt in onze sponsorstrategie was en is de club en de vereniging. Het initiatief van de Hockey Foundation en het doel daarachter is het beste voorbeeld van wat we als Rabobank bedoelen met de buurt verbinden en samen dingen doen. Als we 30 nieuwe clubs kunnen oprichten en de hockeysport als middel daarbij kunt inzetten is dat super gaaf. Maar 30 clubs realiseren doe je niet zo maar. Daar heb je tijd voor nodig, dus daarom een periode van 10 jaar.”
Hoe ambitieus is de doelstelling?
Van Kuyk: “Dit is een ambitieus, maar ook een realistisch project. Het is niet een statement ‘dit doen we even’. Hier heb je mensen voor nodig, middelen, accommodaties, de steun van gemeenten. Dit moet echt een legacy creëren op het gebied van verenigingen. De structuur die de hockeysport kan bieden en het fijne sportklimaat dat er heerst, is een prima uitgangspunt om de ambitie van 30 nieuwe clubs te realiseren.”
Haro Valkenburg: “We hebben alles goed onderzocht en de plannen heel onderbouwd gepresenteerd. Het verenigingsbestand van de hockeybond is al jaren vrij stabiel. Er zijn op dit moment zo’n 320 verenigingen, dus je hebt het hiermee over een groei met 10%. We hebben een scan gemaakt van Nederland en onderzocht op welke plaatsen er de ruimte en de animo is om een club te beginnen. Daaruit blijkt wel veel enthousiasme.”
Zo’n ambitie kan alleen als je vertrouwen in elkaar hebt
Hoe reageerde men bij de Rabobank intern op het voorstel om met tien jaar te verlengen?
Van Kuyk: “Dit contract is niet een op zichzelf staand iets. Het hangt samen met een aantal beslissingen waar we komende maanden nog mee naar buiten komen. Ook bij de bank realiseert men zich natuurlijk dat een dergelijk plan tijd nodig heeft. En we hebben al sinds 1996 een relatie met de hockeybond. Dat maakt de beslissing voor een verlenging met een dergelijke termijn wel makkelijker. We kennen elkaar goed. Bovendien is het juist een mooi signaal dat we dit op dit moment laten zien. De ambities van Rabobank en KNHB veranderen niet, ook niet door Covid19. En zo’n ambitie kan alleen als je vertrouwen in elkaar hebt. Natuurlijk is er discussie of er een contract voor zo’n termijn moet worden getekend. We hebben dat opgevangen door het contract flexibel op te bouwen. Dus we kunnen gaandeweg wel aanpassingen doen over de manier waarop we verder gaan.”
Valkenburg: “Voor de bond is deze zekerheid natuurlijk prettig om te hebben. Ook als er geen sprake was van corona zou dat geval zijn.”
Zijn het twee contracten? Een voor de foundation en een voor de bond?
Van Kuyk: “Er is één overeenkomst met de KNHB met een totale waarde van iets meer dan 2,5 miljoen euro per jaar. Maar de Hockey Foundation is wel een aparte entiteit. Dus er zijn twee geldstromen.”
Hoe hard is de ambitie van 30 clubs binnen tien jaar?
Van Kuyk: “Het is zeker niet een vrijblijvend streven. We gaan hier alle middelen voor inzetten. Het zou helemaal mooi zijn als we de dertig voorbij gaan. Maar er staan geen bepalingen in het contract als de dertig niet in tien jaar gehaald worden.”
Valkenburg: “De start is voortvarend met inmiddels al op drie locaties in Nederland nieuwe verenigingen: Amsterdam Dynamics in Amsterdam Zuidoost, AHC Noorderlicht (Amsterdam Noord) en Hockeyclub UNO (Utrecht Overvecht).”
De internationale hockeytoernooien in Nederland waren voor Rabobank altijd erg belangrijk. Die blijven hun rol houden?
Van Kuyk: “Het is zeker niet zo dat de toernooien nu minder belangrijk worden. Je hebt hier alles nodig. De toernooien blijven enorm mooie platformen om dit verhaal over de bühne te brengen. Mooi is dat we alle spelers van de Nederlandse teams inzetten om de foundation onder de aandacht te brengen. Wat je bijvoorbeeld ook zult zien is dat de nationale teams straks Hockey Foundation & Rabobank op het shirt hebben staan en niet meer alleen Rabobank, dat geldt ook voor boarding langs het veld. Het is een nieuw initiatief dat er nu bijkomt, maar we zetten alle middelen die we hebben via de bond in om dit met elkaar te realiseren.”
Hockey is meer dan alleen een teamsport. Hockey verenigt
In welke wijken worden de nieuwe clubs opgezet?
Valkenburg: “Doel is de hockeysport nog inclusiever te maken en kansongelijkheid te verkleinen. De foundation richt zich specifiek op wijken met een traditioneel lagere sportparticipatie. Wat we vooral willen is kinderen samen laten sporten. Verenigingen zijn dé manier om dat te bewerkstelligen. Bij een vereniging leren ze om met elkaar om te gaan, respect voor elkaar te hebben. Hockey is meer dan alleen een teamsport. Hockey verenigt. Iedereen draagt een steentje bij aan het verenigingsleven, ook kinderen. Ze leren van elkaar, krijgen verantwoordelijkheden, sluiten nieuwe vriendschappen, ontdekken verborgen talenten en ontwikkelen eigenschappen waaraan ze ook buiten het veld veel hebben. Dit doen ze samen, in een veilige en vertrouwde omgeving. Hockeyen in verenigingsverband kan echt een verschil maken in het leven van kinderen. In hun sociale leven, maar ook in hun persoonlijke ontwikkeling.”
Is dit de rol die een bank moet hebben, of zou dit eigenlijk overheidsbeleid moeten zijn?
Van Kuyk: “Dit is de essentie van de rol van de Rabobank als coöperatie, een ledenorganisatie. De essentie is dat je samen dingen voor elkaar kunt krijgen die je niet in je eentje kunt. En ja, dit is ook een taak voor de overheid. We doen het ook samen met de overheid. Ook daar werken we samen. Ik geloof wat dat betreft erg in publiek-private samenwerkingen.”
Valkenburg: “Een overheid kan geld geven, maar daarmee krijg je niet 30 verenigingen en duizenden kinderen aan het hockeyen. De Rabobank zorgt voor een belangrijk deel van de financiering van het project en zet hun netwerk in, terwijl de KNHB ervaring, kennis en mankracht levert om deze nieuwe verenigingen een goede start te kunnen laten maken. Daarnaast stimuleren we lokale bestuurders, wakkeren enthousiasme aan en nemen waar nodig contact op met de gemeente.”
De traditionele vereniging heeft het wel lastig momenteel.
Van Kuyk: “We zitten hiermee ook niet vast aan de traditionele verenigingsstructuur. Bij Rabo ClubSupport zeggen we ook steeds dat het niet draait om de organisatiestructuur op zich, als je het maar met elkaar organiseert. Een club die al jarenlang hetzelfde blijft doen gaat het niet redden in deze tijd. Kijk hoe je als vereniging met lidmaatschappen omgaat, met een ander sportaanbod komt of andere spelregels. Als je open staat voor een andere aanpak is de kans op succes alleen maar groter. De naam van de club waar we dit gepresenteerd hebben, Amsterdam Dynamics, is niet voor niets zo gekozen.”
“Wat ik mooi vind is dat je alles onderzocht en onderbouwd hebt, maar dat als je de mensen van de verenigingen hier hoort spreken, pas echt hoort wat het doet als je een club bent begonnen. De kansongelijkheid in Nederland is nog best groot. Dit soort initiatieven biedt kansen aan mensen. Dit is wat we wilden toen we vier jaar geleden de nieuwe strategie lanceerden waarbij de vereniging centraal stond. Hiermee breng je die strategie en dat denken in de praktijk. Dit is de coöperatie in zijn essentie.”
Foto header: Willem Vernes