AkzoNobel is, in het kader van de samenwerking met Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam, begonnen met de restauratie van de Koningssloep.
Medewerkers van AkzoNobel met expertise op het gebied van coatings voor de scheepvaartindustrie zijn verantwoordelijk voor de complexe restauratiewerkzaamheden die voornamelijk aan de romp worden uitgevoerd. Het is de bedoeling dat de sloep inde zomer van 2015 weer vaarklaar is.
De deels vergulde Koningssloep werd in 1818 voor Koning Willem I gebouwd en heeft een lengte van ca. 17 meter. De sloep werd voor het laatst gebruikt tijdens het zilveren huwelijksfeest van Koningin Juliana en Prins Bernhard in 1962. De Koningssloep is een van de meest populaire objecten in de collectie van Het Scheepvaartmuseum. Dankzij de bijdrage van 1 miljoen euro door deelnemers aan de BankGiro Loterij, is het museum in staat om, na restauratie, de Koningssloepweer zichtbaar te maken voor het publiek.
"Toen het museum om onze hulp vroeg bij de restauratie van de sloep, twijfelden we geen moment," aldus Conrad Keijzer, lid van AkzoNobels Executive Committee en verantwoordelijk voor Performance Coatings. "Nederland heeft een glorierijke geschiedenis als zeevarende natie en de Koningssloep is een iconisch onderdeel van ons nationale erfgoed. We verheugen ons daarom betrokken te zijn bij dit project en zijn ervan overtuigd dat onze producten en expertise zullen helpen de sloep weer in zijn volle glorie te herstellen."
Henk Dessens, Directeur Collecties bij Het Scheepvaartmuseum: "Het is voor ons een waargenoegen om samen met AkzoNobel aan dit prestigieuze project te werken. De onderneming heeft ruim 100 jaar ervaring in de ontwikkeling en distributie van scheepsverven en hun hulp is daarom van onschatbare waarde. De Koningssloep heeft een zeer speciale plaats in de harten van de Nederlanders. We kijken ernaar uit om de sloep, dankzij de genereuze bijdrage van de BankGiro Loterij,weer aan iedereen te kunnen tonen."
De restauratie van de sloep vindt aanvankelijk plaats in het noorden van het land. Het publiek zal echter later dit jaar een deel van de werkzaamheden kunnen aanschouwen in Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam.